Te kleine buffer


Het Nibud raadt aan een bepaalde buffer aan spaargeld te hebben om eventuele tegenslag te kunnen opvangen. De praktijk leert dat een op de drie huishoudens een minder grote buffer heeft, dan het Nibud adviseert, net als 1 op de 3 jongeren (20-45-jarigen).

Waar in andere onderzoeken soms het effect van sociale norm-nudging werd aangetoond, geldt dat niet voor het onderzoek dat ING samen met de universiteiten van Leiden en Rotterdam uitvoerde. Sociale norm-nudging is de term die gebruikt wordt wanneer iemands gedrag verandert als men erop gewezen wordt dat de meeste anderen dat ook doen. Bijvoorbeeld wanneer klanten van een energiemaatschappij horen dat ze meer energie gebruiken dan gemiddeld, gaan ze besparen. Echter, voor het onderwerp ‘sparen’ gaat dat niet op.

Spaarprogramma’s

Voor haar onderzoek benaderde ING klanten in Vinex-wijken, waar de bewoners nagenoeg dezelfde leeftijd en inkomens hadden. Via een e-mail werden sommige klanten geïnformeerd dat hun buffer minder groot was dan die van andere ING-klanten in dezelfde wijk. In het bericht werd ook een link naar automatische spaarprogramma’s geplaatst. Uit het onderzoek bleek dat de betreffende klanten wel doorklikten (vaker dan hun buren die een grotere buffer hadden en alleen een link naar spaarprogramma’s via de e-mail ontvingen) naar de spaarprogramma’s maar er niets mee deden. Na drie maanden was de buffer nagenoeg gelijk.

Jongeren sparen ook weinig

Uit een ander onderzoek, gehouden door de Rabobank, blijkt dat 1 op de 3 jongeren, van 20 tot 45 jaar, minder dan 3000 euro spaargeld heeft. Dit bedrag staat gelijk aan de minimale buffer die het Nibud aanraadt voor een alleenstaande die op bijstandsniveau leeft. De meeste jongeren zonder deze buffer geven aan dat ze wel willen sparen, maar geen financiële ruimte hebben om geld opzij te zetten. Dit kan komen door te hoge vaste lasten, een te laag inkomen, de lage spaarrente of andere prioriteiten, zoals een koophuis of een huwelijk.

Modaal

Uit het onderzoek blijkt zelfs dat jongeren die bijna modaal (netto 2125 euro) of bovenmodaal verdienen de gestelde buffer van het Nibud niet haalt: 47 procent van deze groep heeft minder dan 3000 euro spaargeld (tegenover 14 procent van de doelgroep die meer dan 5000 euro per maand verdient).