Meer dan de helft gaat naar vaste lasten
Volgens het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) beslaan de vaste lasten in 2019 meer dan de helft van het inkomen van huishoudens. Dit blijkt uit cijfers, gebruikt voor het Nibud Budgethandboek 2019. Dit is een jaarlijks terugkerend naslagwerk over de gemiddelde inkomsten en uitgaven van particuliere huishoudens.
Uitgaven aan huur/hypotheek, gas, elektriciteit, water, verzekeringen en kinderopvang zijn voorbeelden van uitgavenposten die het Nibud als vaste lasten beschouwt. Huishoudens met een modaal inkomen en een gemiddelde huur/hypotheek besteden iets meer dan 55 procent van het netto inkomen aan de vaste lasten, iemand op bijstandsniveau iets meer dan 50 procent. Verder blijkt dat hoe hoger het inkomen hoe lager het aandeel dat naar de vaste lasten toe gaat. Tien jaar geleden besteedden huishoudens gemiddeld 5 procent minder aan vaste lasten. Voor een ideale situatie zou een huishouden niet meer dan de helft van zijn inkomen kwijt moeten zijn aan vaste lasten.
Groot aandeel
In de afgelopen tien jaar is het volgens Nibud nog niet voorgekomen dat het aandeel voor vaste lasten zo’n groot deel van het budget beslaat. Iedereen dient zeer kritisch naar zijn uitgaven te kijken. Deze uitkomst verklaart volgens de instantie ook waarom zoveel mensen achterlopen met betalingen aan bijvoorbeeld de zorgverzekeraar, energieleverancier en verhuurder of hypotheekverstrekker. Het Nibud vindt het zorgwekkend wanneer huishoudens meer dan 60 procent kwijt zijn aan vaste lasten. Er blijft steeds minder geld over voor bijvoorbeeld voeding, kleding, woningonderhoud en vrijetijdsbesteding.
Tips
Er zijn diverse tips te geven aan huishoudens die (door de hoge vaste lasten) financiële stress kunnen ervaren. Het Nibud adviseert huishoudens planmatig met hun geld om te gaan door jaarlijks een begroting te maken. Daarnaast is het van belang dat elk jaar wordt gecheckt of alle mogelijke tegemoetkomingen worden ontvangen. De budgetteer vindt ook dat gemeenten er goed aan doen om bijvoorbeeld in kaart te brengen of hun tegemoetkomingen terecht komen bij de burgers die ze het meest kunnen gebruiken.