Ook 2022 wordt niet het jaar van de starter op de huizenmarkt
Naast de energiecrisis en de coronacrisis hebben we in Nederland ook de huizencrisis. Er zijn veel mensen die een huis willen kopen en er is te weinig aanbod. Dit spel van vraag en aanbod zorgt ervoor dat de huizenprijzen de afgelopen jaren explosief zijn gestegen. Vooral voor starters is het lastig om een huis te kopen. Er wordt veel overboden en ouderen met meer vermogen trekken vaak aan het langste eind.
Hoge huizenprijzen
Alleen al in het laatste kwartaal van 2021 steeg de gemiddelde prijs van een koophuis met 19% van €352.000 naar €419.000. Voor nieuwbouwhuizen steeg de prijs met 14% van €399.000 naar €455.000. De prijsstijging is te verklaren als we het aanbod van huizen in het derde kwartaal van 2020 en 2021 met elkaar vergelijken. Zo stonden er in oktober 2020 nog 30.000 woningen te koop en was dat afgelopen oktober met 16.500 woningen ongeveer de helft. Ook de lage hypotheekrente speelt een rol bij de hogen prijzen.
Kunnen starters wel kopen?
Maar een klein deel van de starters (20%) verwacht in 2022 een woning te vinden. Niet alleen het aanbod slinkt, maar dus ook het vertrouwen. De belangrijkste verklaring hiervoor is het gebrek aan vermogen. De huizenprijzen zijn enorm hoog en met een gemiddeld startsalaris is het bijna onmogelijk om aan een hypotheek te komen voor een koophuis van meer dan vier ton.
Wat moeten starters dan?
Veel starters wachten op ingrijpen van de overheid. Nu kabinet Rutte IV is geïnstalleerd kan er eindelijk worden gewerkt volgens het nieuwe beleid. De coalitie is van plan om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen. Veel van deze woningen zijn alsnog te duur voor starters, maar dit betekent wel dat er meer doorgestroomd kan worden. Mensen met meer vermogen verhuizen door naar een duurdere woning en laten hun goedkopere woning achter. Dit biedt ruimte voor starters.