Nederlander minder cash dan inwoners van buurlanden

Tot de groep van de rijken mogen Nederlanders zich rekenen, maar de gemiddelde Nederlander heeft minder beschikbare reserves, vergeleken met buurlanden. Een op de vijf landgenoten heeft zelfs geen spaargeld (op de spaarrekening). Dat blijkt uit onderzoek van de Rabobank, uitgevoerd door haar eigen onderzoeksbureau.

Het Europese gemiddelde liquide spaarvermogen (direct beschikbare reserves, zoals spaargeld, aandelen of beleggingen) per persoon bedraagt 33.042 euro. Nederland zit daar onder, met 27.843 euro per persoon. Het Nederlandse gemiddelde is lager dan die van Luxemburg, België, Oostenrijk en Duitsland. De Rabobank denkt dat de Nederlandse welvaart reden is voor het lage gemiddelde. Door goede sociale voorzieningen en gezondheidszorg en goed onderwijs houden mensen minder snel direct beschikbare reserves achter de hand.

Netto spaarvermogen
Het netto spaarvermogen van alle Nederlandse huishoudens (als geheel, gemeten als percentage van het Bruto Binnenlands Product (bbp) is juist een van van de grootste van Europa. Het verschil tussen het netto en het liquide spaarvermogen is dat bij de netto variant huizenbezit en pensioeninleg meegeteld worden. Als er plotseling hoge onverwachte kosten zijn, is geld uit een huis of pensioenfonds moeilijk tot niet los te krijgen.

Verlaag uw leningen

Geen cent spaargeld
Dat een op de vijf Nederlanders helemaal geen spaargeld heeft, vormt een groot probleem. Die mensen zijn ontzettend kwetsbaar. Je droger kun je missen, maar je auto, waarmee je naar je werk gaat, is moeilijker te vervangen. Daarbij komt als je geen vermogen hebt, je moeilijker een lening kunt krijgen.

Verlaag uw leningen

Sparen
Door de belastingen voor Nederlandse huishoudens te verlagen of het pensioenvermogen toegankelijker te maken, denken de auteurs van het Rabobankrapport dat de overheid sparen kan stimuleren. Het Nibud, het Instituut voor Budgetvoorlichting van de overheid, wijst op de risico's daarvan. Wanneer iemand aan zijn pensioen kan zitten, doet diegene dat vaak ook.  Gevolg daarvan is dat hij, wanneer hij pensioengerechtigd is, minder overhoudt.