Energieprijzen dalen te langzaam om de inflatie te drukken

inflatie

Uit definitieve inflatiecijfers van het CBS blijkt dat de inflatie in Nederland in mei is gestegen tot 6,1 procent, terwijl de prijzen in april al 5,2 procent hoger waren dan een jaar eerder. Ondanks een lichte daling van de inflatie in omliggende landen, zijn de prijzen in Nederland juist verder gestegen. Eten en drinken blijven aanzienlijk duurder dan vorig jaar, terwijl de energieprijzen niet voldoende zijn gedaald om de inflatie te temperen.

Inflatie steeg in mei

In mei waren boodschappen aanzienlijk duurder dan in dezelfde maand van het voorgaande jaar. De prijzen van voedingsmiddelen stegen vorige maand met 15,2 procent in vergelijking met een jaar eerder. Deze stijging draagt bij aan de hoge inflatie in Nederland. De prijzen van voedsel blijven stijgen en hebben een aanzienlijke impact op de algehele prijsstijgingen.

Energieprijzen daalden in mei minder hard dan in april

Hoewel de energieprijzen in mei aanzienlijk goedkoper waren dan een jaar eerder (-24,9 procent), was de prijsdaling in april groter (-32 procent). Dit resulteerde in een voortdurende hoge inflatie in Nederland, aangezien de daling van de energieprijzen niet voldoende was om de totale inflatie te verminderen. Als de energieprijzen buiten beschouwing worden gelaten, blijft de inflatie in mei bijna gelijk aan die in april.

Brandstof goedkoper

Gunstiger waren de prijsdalingen bij tankstations. In mei betaalden consumenten 18,3 procent minder voor brandstof dan een jaar eerder, terwijl het in april nog ging om een daling van 12,7 procent. De gemiddelde prijs aan de pomp was eind mei 1,82 euro per liter benzine en 1,51 euro per liter diesel, terwijl dit een jaar eerder respectievelijk 2,28 euro en 1,98 euro per liter was. Het CBS zal vanaf juni een nieuwe methode gebruiken om de energieprijzen in de inflatiecijfers op te nemen, waarbij ook de maandelijkse bedragen voor vaste energiecontracten worden meegewogen.